In lokalen die goed geïsoleerd zijn (goede isolatie is luchtdicht) of waar veel mensen vertoeven (zoals in klaslokalen) is ventilatie en verluchting heel belangrijk. Er moet voldoende verse lucht aangevoerd worden om een gezond binnenklimaat te waarborgen en om condensatie te vermijden. Slechte luchtkwaliteit is vaak een oorzaak van concentratieproblemen, hoofdpijn, prikkende ogen en van de verspreiding van ziektekiemen.
Te veel ventileren zorgt echter voor nodeloos warmteverlies en energieverspilling.
De CO2-concentratie kunnen we gebruiken als indicator voor de kwaliteit van de binnenlucht. In de buitenlucht is steeds ongeveer 400 ppm CO2 aanwezig.
Klaslokalen beschikken vaak niet over een ventilatiesysteem. Het openen van ramen en deuren is dan de enige manier om een goede luchtkwaliteit in klassen te waarborgen. Er zijn verschillende strategieën mogelijk: kort en krachtig verluchten, continu een beetje lucht laten stromen (ventileren) of een combinatie van beiden.
Door regelmatig kort en krachtig te verluchten met de verwarming uit, wordt de vervuilde binnenlucht vervangen door verse (maar koude) buitenlucht en hebben de muren, vloeren en meubels niet de tijd om af te koelen. Een andere manier is door een aantal ramen en de deur op een kier te laten staan en permanent te ventileren. Deze manier is handiger, maar veroorzaakt vaak meer energieverlies.
Met deze actiefiche onderzoeken we hoe we op een energiezuinige manier een gezond binnenklimaat kunnen realiseren. De leerlingen zetten zelf een onderzoek op. Ze formuleren een onderzoeksvraag, bedenken een experiment, voeren het uit en formuleren een besluit.
Om in te spelen op de actualiteit kan de invalshoek gekozen worden van de verspreiding van virusdeeltjes in een gesloten omgeving. Zo kan ook de link gemaakt worden met andere vakken. Welke mechanismen zorgen voor de verspreiding van het SARS-Cov-2 virus in de context van ventilatie? Naast verspreiding via druppels is ook de verspreiding via aerosolen van belang.
In de actiefiche 'De energiekoffer en onderzoeksvragen verzinnen' vind je tips over het formuleren van onderzoeksvragen.
Inspiratie voor onderzoeksopdrachten:
Wat is ventileren? Wat is verluchten?
-
Wat is de beste luchtkwaliteit die je kan bereiken in het klaslokaal?
-
Welke factoren beïnvloeden de luchtkwaliteit?
-
Welke factoren beïnvloeden de verversing van de binnenlucht?
-
Welke factoren bemoeilijken de ventilatie?
-
Speelt de grootte en bezetting van de klas een rol? Of de ligging aan de straatkant of niet? Zijn de weersomstandigheden van belang?
Onderzoek jouw klaslokaal
- Hoe evolueert de CO2-concentratie in het klaslokaal?
-
Hoe coronaproof is ons klaslokaal?
-
Onderzoek welke invloed verluchten en ventileren heeft op de luchtkwaliteit in de klas.
-
Bevraag hoe de luchtkwaliteit in de klas ervaren wordt.
-
Bedenk methodes om de afkoeling van het lokaal in te schatten.
Wat is energiezuinig ventileren of verluchten?
Het energieverlies kan je kwalitatief inschatten door het temperatuurverloop op te volgen met een datalogger tijdens de ventilatie-experimenten. Je kan ook met de IR-thermometer opvolgen in welke mate de oppervlakte van muren, vloeren of andere voorwerpen in de klas afkoelen..
- Inventariseer welke warmtetransport mechanismen verantwoordelijk zijn voor de afkoeling en de opwarming van een lokaal.
- Vergelijk ventilatie en warmtetransport tijdens de zomer en de winter.
- Bedenk een manier om het energieverbruik in te schatten bij ventilatie en/of verluchting.
- Welke meettoestellen uit de energiekoffer heb je nodig? CO2-logger? Temperatuurlogger? IR-thermometer?
-
Bedenk enkele manieren om te voldoen aan de ventilatienorm ( < 900ppm CO2) en test deze uit.
Gebruik één van deze drie strategieën:- Verluchten: kort en krachtig
- Ventileren: continu met klein debiet (deur open/toe)
- Onderzoek een combinatie van strategieën.
Wees creatief en bedenk innovatieve oplossingen zoals bv. een ventilator voor het raam.
-
Gebruik de buitenomgeving om les te geven om een portie gezonde lucht te happen.
-
Zet experimenten op om de methodes te evalueren. Pas de meest efficënte methode voor een langere periode toe.
-
Zoek uit of wat je leerde over het klaslokaal kan uitgebreid worden tot het volledige schoolgebouw of een deel ervan.
- Welke gelijkenissen zijn er?
- Welke verschillen zijn er?
- Overtuig de volledige school om jullie verluchtings- of ventilatiestrategie in heel de school toe te passen.
- Leerkrachten geven (uiteraard) het goede voorbeeld en waken erover dat er voldoende geventileerd of verlucht wordt.
- De leerlingen passen zaken toe die ze leren bij het onderzoek, communiceren die naar andere klassen en volgen de afspraken op. Ze kunnen eventueel de meterstanden bijhouden.
- Betrek leerkrachten van andere vakken. Enkele voorbeelden:
- In taalvakken kan aan de slag gegaan worden met artikels die aansluiten bij dit onderwerp.
- In levensbeschouwelijke vakken of filosofie kunnen volgende vragen besproken worden: “Hoe gaan we om met een risico dat nog niet volledig gekend is?”, “Kiezen we voor energiezuinig verwarmen (redden we de planeet) of kiezen we voor meer ventilatie (redden we onszelf)?”
- Betrek ook het ondersteunend personeel bij het project (ramen en deuren openen of sluiten, ventilatiesysteem bijsturen en onderhouden …). De klusjesman kan een zeer cruciale rol spelen. Maak gebruik van zijn/haar expertise, laat hem/haar met de leerlingen samenwerken.
- Durf bij het plannen van structurele maatregelen ondersteuning vragen aan het oudercomité, het schoolbestuur, de scholengroep, de gemeente, …
- Nodig een ventilatie-expert uit (of ga erbij op bezoek)
- Betrek de (groot)ouders bij het project. Vraag naar hun ervaringen. Leg de link tussen de luchtkwaliteit in de school en thuis.
- Rapporteer over je experiment en je conclusies.
- Communiceer je bevindingen via Smartschool, infoborden, …
- Presenteer jullie bevindingen op een personeelsvergadering en aan de preventieadviseur.
CO2 is een broeikasgas en draagt dus bij aan de opwarming van de aarde, maar daarover gaat het in deze actiefiche niet. CO2-concentraties helpen ons om een goed beeld te krijgen van de luchtkwaliteit in een ruimte.
Een persoon ademt gemiddeld 18 l CO2 uit per uur. De CO2-concentraties in de klas zijn doorgaans niet zo hoog dat ze gevaarlijk worden. Waarom meten we dan de CO2-concentratie?
De CO2-concentratie is relatief eenvoudig en goedkoop te meten en geeft een goed idee van de luchtkwaliteit en van de hoeveelheid luchtverversing. Als de concentratie onder 900 ppm blijft, dan kan je er zeker van zijn dat andere meer schadelijke stoffen ook voldoende weg geventileerd worden. Andere gevaarlijke stoffen zijn bv. formaldehyden, methaan en sinds een tijdje zeer relevant: virusdeeltjes, …
Let op!
Duurzame gedragsverandering vraagt tijd en geduld. Vastgeroeste gewoontes verleer je niet snel. Herhaal en evalueer dus regelmatig, en stuur indien nodig bij. Doe dit in overleg met de leerlingen.
Gouden tip!
MOS stelt gratis energiekoffers ter beschikking. Daarin vind je ook instrumenten om samen met de leerlingen een luchtkwaliteitsonderzoek op te zetten (incl. een handleiding, werkbladen,...)
Je zal verbaasd zijn hoeveel invalshoeken er in de verschillende vakgebieden zijn. Door je te verdiepen in ventileren en verluchten werk je aan heel wat onderwijsdoelen.
- Op de webpagina 'Gezond binnen op school' van Departement Zorg vind je:
- educatieve pakketten voor basisonderwijs en voor secundair onderwijs;
- informatie en tips;
- campagnematerialen zoals raamstickers die aanmoedigen om het raam regelmatig open te zetten;
- ...
- https://www.onderwijs.vlaanderen.be/nl/coronamaatregelen-verlucht-en-ventileer-voldoende
- Luchtkwaliteit als Covid-19 preventie: ventiLEER - ir Alexandra Lybaert over luchtkwaliteit in onze klassen en scholen (YouTube)
Het Agentschap Zorg en Gezondheid raadt een CO2-concentratie aan < 900 ppm (parts pro million, 900ppm wil zeggen 900 deeltjes CO2 per miljoen deeltjes lucht).