Welk kind gaat er niet overstag voor een puppy, een kitten, een konijntje, een cavia of zelfs een goudvis? Veelal gebeurt zo’n aankoop impulsief en vanuit een emotie. Want geef toe: wat zijn ze toch lief als ze klein zijn! Vaak staat men niet stil dat het houden van zo’n dier op langere termijn heel wat verantwoordelijkheid met zich meebrengt. De zorgtaak die de kinderen in het begin opnamen, komen steeds meer op de schouders van de ouders terecht. Dat resulteert vaak in conflicten waarvan het huisdier uiteindelijk het slachtoffer wordt. Het wordt verwaarloosd, weggedaan of zelfs achtergelaten…
Om dit te voorkomen willen we het bewustwordingsproces bij leerlingen aanwakkeren zodat ze bij het aanschaffen van een huisdier verantwoorde en duurzame keuze leren maken.
Wist je dat... jaarlijks 21.000 katten en 10.000 honden in een asiel belanden?
Er zijn heel wat leerlingen die een huisdier hebben. Breng met de leerlingen in kaart wie allemaal een huisdier heeft. Laat hen oplijsten welk soort huisdier ze hebben en van waar het afkomstig is. Ga dan met onderstaande vragen aan de slag.
Over mezelf
- Wie houdt er (niet) van dieren? Van welke dieren? Waarom wel/niet?
- Wie heeft er thuis een dier? Meerdere? Om welk(e) dier(en) gaat het?
- Waar heb je het vandaan? Waarom wilde je dit huisdier?
- Hoelang heb je je huisdier?
- Is het moeilijk om voor je huisdier te zorgen? Welke zorgen heeft het nodig? Vind je het leuk? Waarom wel/niet?
- Wie kan/mag geen huisdier houden? Waarom niet? (plaats tekort, culturen, waarden, normen, allergieën…)
- ...
Over het huisdier
- Vraagt het houden van een huisdier veel verzorging en tijd? Wie zorgt er (in hoofdzaak) voor?
- Wat doe je met je huisdier als je met vakantie gaat?
- Waar heb je je huisdier gekocht? Waar kan je allemaal dieren kopen? Wat is het verschil tussen een dier uit een asiel, van een kweker, van iemand anders…?
- Hoeveel kost(te) het (houden ervan)? Per week/maand/jaar?
- Hoe voelt je huisdier zich in zijn hok/kooi? Waarmee houdt hij zich de hele dag bezig?
- Welke voeding en verzorging heeft je huisdier nodig om gezond te zijn/blijven?
- Wat is het verschil tussen een huiskat en een zwerfkat? Waar komt een zwerfkat vandaan?
- Wiens kat is gesteriliseerd of gecastreerd? Wat is dat? Waarom is dat belangrijk?
- Is jouw kat/hond gechipt? Wat is dat? Waarom is dit belangrijk?
- Wie heeft er een speciaal huisdier (slang, gekko, schildpad, kikker, spin…)?
- Waar komt je huisdier oorspronkelijk vandaan (bv. hond = wolf)?
- Kan/mag je zulke dieren dan zo maar houden? Hoe zit dat met de verzorging?
- Wat mag je dier dan eten? Mogen dieren eten wat wij eten?
- Hebben dieren ook een paspoort? Hoe ziet dat eruit?
- Hoe oud kan je dier worden? Hoe groot kan je dier worden?
- Wie heeft er al eens een huisdier weg gedaan/moeten doen? Hoe kwam dat? Waar ging het naartoe? Hoe voelde dat voor jou? Deze vragen vereisen een voorzichtige aanpak!
- Houdt men overal ter wereld dezelfde dieren als huisdier? Of zijn hierin verschillen?
Dieren en mensen
- Hoe is het houden van huisdieren ontstaan?
- In welke beroepen kom je met dieren in contact?
- Er zijn ook dieren die werken. Ken je voorbeelden? Honden (geleidehonden, detectiehonden, bewakingshonden), paarden (koets, kermis, politie), circus, in de reclame of film (Nero uit FC De Kampioenen).
- Wat is dierenverwaarlozing en dierenmishandeling?
- Wat kan jij doen als je ziet dat een dier niet goed behandeld wordt?
- Wat doet jouw gemeente of stad voor de dieren?
- Is er in jouw gemeente of stad een schepen voor dierenwelzijn? Wat doet die?
- Zwerfvuil is ook slecht voor de dieren. Waarom?
Onderzoek met de leerlingen of het houden van een klas- of schooldier (wel) een haalbare kaart is. Hou hierbij ook rekening met de behoeften van het dier. Neem bijvoorbeeld geen nachtdieren. Ga vooral ook na waarom je een klasdier zou houden.
Onderzoek met hen de voor- en nadelen van het houden van dieren in de klas/school. Laat de leerlingen berekenen welke kosten (voeding, hok, dierenarts…) het houden van een klas/schooldier met zich meebrengt. Geef het goede voorbeeld. Neem een kooi die groot genoeg is en zorg
voor verrijking.
Maak met de klas/school duidelijke afspraken wie er (ook tijdens de vakanties) voor het dier zal zorgen en wat men moet doen als het dier dan ziek wordt.
- Dierenasiel: Een bezoek aan een dierenasiel is de moeite waard! De kans is echter groot dat de leerlingen schrijnende verhalen te horen zullen krijgen. Ga dit niet uit de weg, maar bereid hen hier op voor. Stel vooraf met de leerlingen een vragenlijst op van dingen die ze te weten willen komen. Beperk de vragen niet tot honden en katten, maar trek open naar vogels e.a. dieren die als ‘huisdier’ werden gehouden. Vraag waarom de dieren in een asiel belanden: tijdsgebrek, allergie, huisvesting, maar ook een slecht afgesloten kooi of slechte registratie van een hond. Van honden die niet correct geregistreerd zijn en verloren lopen, is het heel moeilijk om het baasje terug te vinden. Kijk ook op https://www.vlaanderen.be/dierenwelzijn
- Dierenarts: Vooraleer over te gaan tot het houden van een klas/schooldier, breng een bezoek aan een dierenarts in de buurt. Laat de leerlingen vragen naar de verzorging en voeding ervan. Nodig de dierenarts minstens eenmaal per jaar uit in de school, of ga er met het klas/schooldier naartoe om het te laten nakijken. Zoek een dierenarts die de kinderen kan vertellen over de verantwoordelijkheden van het houden van een dier en het belang van preventieve controle van nagels, tanden, ogen…
Interview:
Hielden de (over)(groot)ouders vroeger huisdieren (in de klas/school)? Hoe ervaarden zij als kind het houden van een huisdier? Hoe (en door wie) werd er voor het dier gezorgd? Het houden van dieren (in de klas/school) is een hele verantwoordelijkheid. Een peter/meterschap, waarbij oudere leerlingen de jongere leren hoe ze voor de dieren moeten zorgen, maakt dat deze de kans krijgen om hierin mee te groeien.
Indien de klas/school kiest voor het houden van (huis)dieren, maak ook (en vooraf) met enkele ouders (en/of buurtbewoners) duidelijke afspraken m.b.t. de weekends en vakantieperiodes. Stel een beurtrol op, voorzie een reserve-verzorger en communiceer duidelijk over wie doet wat en hoe.
Kinderboerderij: Indien de school overweegt om (kleine) neerhofdieren (kip, konijn…) te houden, kan een bezoek aan een kinderboerderij interessant zijn. Bereid ook deze uitstap met de leerlingen vooraf goed voor.
- Communiceer je project via alle kanalen, evalueer regelmatig de acties en stel indien nodig bij.
- Laat de leerlingen hun onderzoek, conclusies, en voorstellen van acties aan directie en/of schoolbestuur toelichten. Durf om een duidelijk engagement vragen.
- Maak de plannen binnen de scholengroep (en/of andere scholen waarmee je contact hebt) kenbaar. Wissel eventuele ervaringen uit.
- Breng je gemeentelijke milieudienst op de hoogte van de plannen en resultaten. Kader dit duidelijk binnen dierenwelzijn.
- Organiseer een moment waarop je de plannen en doelen aan de ouders, schoolbevolking… op een leuke manier bekend maakt. Bereid je (of de leerlingen) goed voor en onderbouw met argumenten.
- Een (klas)pop in de vorm van een dier en/of toneeltje waarbij de acteurs (huis)dieren uitbeelden, is handig om het thema/problematiek op een toffe en aanschouwelijke manier aan te brengen.
- Laat deze best regelmatig terugkomen zodat het thema in de klas/school blijft leven.
- Haal het klas/schooldier feestelijk binnen.
- Koppel de onderzoeksresultaten van de leerlingen aan een toonmoment (tentoonstelling, toneel…) tijdens bv. de open deur, schoolfeest…
- Formuleer een eenduidig, meetbaar en haalbaar (SMART-)doel. Communiceer dit bij het begin van het project via alle kanalen, evalueer regelmatig de acties en stel indien nodig bij.
- Kinderen vinden het leuk om hun klas/schooldier een naam te geven. Organiseer hiervoor (bv. samen met het oudercomité/vriendenkring) een wedstrijd, verkiezing voor de leukste/ origineelste naam… en communiceer deze via alle schoolkanalen.
Niet alle dieren mogen zomaar (thuis/in de klas) gehouden worden. Alleen de zoogdieren die op de ‘positieve lijst’ staan mogen door iedereen gehouden worden.
Gouden tip!
Onderzoekend leren nodigt de leerlingen uit om (ook) zelf onderzoeksvragen te stellen. Dit kan je ‘echt’ maken met een verhalend ontwerp: de directeur vraagt bv. om te onderzoeken of een klas- of schooldier wel haalbaar is. De leerlingen leven zich in in de verschillende rollen binnen het verhaal, en onderzoeken van daaruit de haalbaarheid van een klas/schooldier.
Kleuteronderwijs
Mens en Maatschappij:
- Mens: 1.1, 1.9, 1.11
- Maatschappij: 2.2, 2.7, 2.8
Wetenschappen en Techniek:
- Natuur: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 1.11, 1.13
Basisonderwijs
Mens en Maatschappij:
- Mens: 1.1, 1.2, 1.4, 1.6
- Maatschappij: 2.5, 2.6
Wetenschappen en techniek:
- Natuur: 1.1, 1.3, 1.4, 1.6, 1.21, 1.24, 1.26
- huisdierinfo.be
- Gaiakids.be: de educatieve site van GAIA
- plattelandsklassen.be
- Groenkennisnet.nl: dierenwelzijnslessen
- Konijnenportaal.nl: dierenwelzijnslessen
- Dierenwelzijn/Vlaanderen.be
- lessenaanbod over dierenwelzijn in de klas